-
1 cradle
n. wieg--------v. in de wieg leggencradle1[ kreedl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 draagtoestel ⇒ stellage; 〈 scheepvaart〉 (constructie)bok; haak 〈 van telefoon〉; hangstelling; goudwastrog; zeisboog♦voorbeelden:————————cradle2〈 werkwoord〉2 in een wieg leggen/stoppen♦voorbeelden:3 cradle the receiver • ophangen, opleggen -
2 den Hörer auflegen
de hoorn op de haak leggen, ophangen———————— -
3 einhängen
einhängenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 inhaken, -steken 〈 van een arm〉1 een arm geven, inhaken♦voorbeelden: -
4 auflegen
auflegen♦voorbeelden:ein Gedeck auflegen • een couvert dekkenHolz auflegen • hout op het vuur doen(den Hörer) auflegen • de hoorn op de haak leggen, ophangenSchminke auflegen • schmink aanbrengeneine Anleihe zur Zeichnung auflegen • de inschrijving op een lening openstellen -
5 raccrocher
raccrocher [raakrosĵee]♦voorbeelden:1 raccrocher le récepteur • de hoorn op de haak leggen, ophangen -
6 raccrocher le récepteur
raccrocher le récepteurde hoorn op de haak leggen, ophangen -
7 Hörer
Hörer〈m.; Hörers, Hörer〉♦voorbeelden: -
8 auslegen
-
9 main
main [mẽ]〈v.〉1 hand ⇒ handbreedte, voorhand3 haak ⇒ handvat, ring♦voorbeelden:1 la main sur la conscience • met de hand op het hart, eerlijkde main de maître • met meesterhandà main armée • gewapenderhandmettre la dernière main à qc. • de laatste hand aan iets leggen(à) main droite, gauche • (naar) rechts, linksavoir la main ferme • gezag hebbenavoir la haute main sur qc. • ergens de lakens uitdelenavoir la main heureuse • geluk hebbenil a la main leste • hij heeft zijn handen los zittendessin à main levée • tekening uit de losse handavoir les mains liées • met handen en voeten gebonden zijnde longue main • sedert lang, lang van tevorenun article préparé de longue main • een artikel waar lang aan gewerkt isne pas y aller de main morte • er flink op los slaan; overdrijvenà pleines mains • overvloedigavoir la main prompte • losse handen hebben, er gauw op los slaanpolitique de la main tendue • verzoeningspolitiekavoir les mains vides • met lege handen staanbattre des mains • klappen, applaudisserenchanger de main • van eigenaar verwisselendemander la main d'une jeune fille • de hand van een meisje vragendonner la main à qn. • iemand helpense faire la main • zich oefenenun tricot fait main • een handgebreid vestflanquer la main sur la figure à, de qn. • iemand een klap in zijn gezicht gevenforcer la main à qn. • iemand voor het blok zettenjoindre les mains • de handen vouwenlever, porter la main sur qn. • iemand (gaan) slaanmettre, prêter la main à qc. • iets ondernemen, aan iets werkenmettre la main dessus • in beslag nemen, aanhoudenmettre la main sur qc. • de hand op iets leggen, iets terugvindenmettre la main sur qn. • iemand arresteren; iemand terugvindenen mettre sa main au feu • zijn hand ervoor in het vuur stekenpasser la main dans le dos de qn. • voor iemand kruipenperdre la main • z'n vaardigheid kwijtrakenl'affaire va vous péter dans la main • de zaak zal als een zeepbel uit elkaar spatten, zal volledig de mist in gaanporter la main sur qn. • iemand een klap gevenprendre qn. la main dans le sac • iemand op heterdaad betrappenserrer la main à qn. • iemand de hand drukkentendre la main • bedelenen venir aux mains • handgemeen worden〈 sport en spel〉 il y a main! • hands!haut les mains! • handen omhoog!〈 figuurlijk〉 haut la main • zonder enige moeite, met glansfrein à main • handremtomber aux, entre, dans les mains de qn. • in iemands handen vallend' une main • met één handmanger dans la main de qn. • uit iemands hand eten, tam zijnmarcher la main dans la main • hand in hand lopen; 〈 figuurlijk〉 in volledige overeenstemming handelende la main à la main • onderhands, ‘in 't handje’de première main • uit de eerste handtravailler de ses mains • met zijn handen werkenêtre en bonnes mains • in goede handen zijnmener un cheval en main • een paard bij de toom leidence livre est en main • dit boek is uitgeleend, in gebruikprendre en main qc. • iets ter hand nementenir en main la situation • de toestand in de hand hebbenentre les mains de qn. • in iemands handen, onder iemands hoedemener par la main • met de hand leidense prendre par la main • zich vermannensous main • onder(s)hands, heimelijkje n'ai pas mon dictionnaire sous la main • ik heb mijn woordenboek niet bij de handmain courante • trapleuning, zeerelingmain de toilette • washandjefaire main basse sur qc. • iets achteroverdrukkenjouer à (la) main chaude • blindemannetje spelen〈 informeel〉 c'est du cousu main • dat is te gek, dat is puik, áfpremière main • eerste naaisterf1) hand2) handbreedte3) poot, klauw4) handvat5) boek papier [25 vel]6) handschrift -
10 peg
n. tentharing; pin; kapstok--------v. ophangen aan een haakje/kapstok; vastpennen (met een tentharing)peg1[ peg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pin ⇒ pen, plug♦voorbeelden:5 the meeting was used as a peg to hang their complaints on • de vergadering werd gebruikt als voorwendsel om te kunnen klagenbuy clothes off the peg • confectiekleding kopen→ square square/————————peg2〈 pegged〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastpennen ⇒ vastpinnen/pluggen♦voorbeelden:he's hard to peg down • je krijgt moeilijk vat op hem→ peg out peg out/ -
11 attache
attache [aataasĵ]〈v.〉1 band ⇒ riem, touw, lus2 (hecht)klem ⇒ (paper)clip, speld, nietje3 sluiting ⇒ slot, haak(je)♦voorbeelden:mettre à l'attache • aan de ketting leggentenir qn. à l'attache • iemand onder de duim houden1. f1) band, riem, touw2) paperclip, speld, nietje3) sluiting2. attachesf pl2) betrekkingen, relaties -
12 attaché
attache [aataasĵ]〈v.〉1 band ⇒ riem, touw, lus2 (hecht)klem ⇒ (paper)clip, speld, nietje3 sluiting ⇒ slot, haak(je)♦voorbeelden:mettre à l'attache • aan de ketting leggentenir qn. à l'attache • iemand onder de duim houden1. m (f - attachée) 2. = attachée; attachéadj1) gehecht (aan), gesteld (op) -
13 grappin
grappin [graapẽ]〈m.〉1 dreg ⇒ werp-, sloepanker♦voorbeelden:mettre le grappin sur qc. • iets (beet)pakkenmettre le grappin sur un héritage • een erfenis aan de haak slaanil m'a mis le grappin dessus • hij heeft op me in staan praten
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский